Bezoek aan Pieter Aertsens boerenkeuken

Bezoek aan Pieter Aertsens boerenkeuken

Beeld en Bezoek

De fotorealistische versie:

AI-versie Pieter Aertsen scene

🪵 Vandaeg te gaste geweest by dese luyden

Ic kwam in een keuken ghewandelt vol stoofwarmte en broodgeur, en waerachtig — ‘k vond mij temidden een bende goeden lieden. Een knaep stak het vier aen, een wyfken boog haer over den pot, ende eenen ouden dronckaert goot den kruik tot op den bodem leêg.

Langs den wand stont meester Pieter Aertsen met penseel ende plank, luttel sprekende, maer al scherp van aensicht.

“Wilt g’ er by op?” vroeg hy mij, wijl hy den wijn aen zijn lippen bracht. “Zijt dan stil en stil, gelijk een stoele.”

En dus zat ick, tusschen kaes en broot, te kyken, te luisteren, te ruiken – en den tijd vergaet.
Ick had mijn toverlantaern (men noemt het heden ‘smartphone’) by, maer die verstopte ick onder mijn rokken. Past niet in ’t tafereel.

Schoon ghebeuren, met hartelijcken luyden ende den meester-schilder zelve als mijn metgezel.

📍 Museum Mayer van den Bergh, Stad van Antwerpen
🎨 Pieter Aertsen – Boeren by den haert, omstreeks het jaer des Heeren 1560

🕯️ Wat men met het oog niet altijt ziet…

Op ’t eerste aensicht lijkt het een vrolijcke braspartij, met tafelen vol goet – kaes, broot, koek, wafelen, gebak, mosselen, pastinaken en een vetketel die zelve nog nadampt. Tot op den grond toe ligt ‘t eten gestrooid alsof Lucullus zelf langs was geweest. Kannen en kruyken staan gereed, den wijn stroomde gretig, het haardvuur kraakt en in de hoek wacht een mand vol klievhout – al het gerief voor een lang, warm, gulzig festijn.

Doch als men scherper tuyt met het oog, verraet het schilderije meer dan enkel gasterie. Aan de deur prijkt een vogel in een kooi – geen toevallige versiering, maer een teken: dit is geen gewone keuken, dit is een huys van vermaak. De jonge boerin voorovergebogen, haar hand bij een mes, en d’hand van den knaap wat al te dicht by haer schoot – het zijn gestes met vleesch en vuur.

De worsten, de pastinaak, de broodjes en de schelpen – zij zijn meer dan eten. ’t Zijn dubbelzinnige beelden, sprekende vormen, gelyk men ook zwaard, kruik, mand of keukenspieß las als symbool van ‘t mannelycke of vrouwelijcke. En kijk: het vlees dat draait boven ‘t vier… wat zou het anders zijn dan een schalksche hint?

Achteraen, door de portiek, nadert een paar minnekozen – wellicht op weg naar ‘t genot binnen. En rondom de boerin: drie mannen, elk van eenen anderen leeftyd. Zou dat niet den mens zijn in zyn drie leeftijden – jeugd, kracht en ouderdom – elk verlangend naar het zelfde lijf?

Boven in de kamer hangt een haspel, niet toevallig. Dichtby hangt een kroon van narren. Het zijn tekens van dwaesheid, van ‘t menschdom dat zich verliest in driften en dronkenschap. ‘t Is een spiegel, een spotprent, gelyk men dat ook vond in de boeken van den meester Erasmus. Geen vingerwijzing met straffe hand, maer een glimlachende les: hoe zot de mensch doch kan zijn als hy zich te veel laat leiden door den buik of de lendenen.

En zoo is dit tafereel niet enkel een keuken vol leven – maer een kijkspel over ‘t menschelycke hart, met al sijn zwakten en lusten, geschildert met kleur én met verstand.

error

Enjoy this blog? Please spread the word :)

Scroll to Top