Een dag uit het leven van een taxichauffeur
Vrijdagochtend om 8:00 had ik een bestelling van een verzekeringsmaatschappij om iemand op te halen in Brasschaat en naar het station te brengen. Dit was de ochtend nadat ik was blijven plakken in Kassa4, waar ik die kerel tegenkwam die dacht dat hij de heilige Mattheüs was. Hij heette trouwens Mathias.
Om half negen word ik wakker gebeld door iemand van het verzekeringskantoor die vraagt waar de taxi blijft. Fuck… Ik spring als een razende uit bed, trek mijn broek aan – nog half scheef van de avond ervoor – en vlieg als een bliksem naar Brasschaat. Nog voor negen uur ben ik er.
De dame stapt in. Haar gloednieuwe wagen was total loss gereden door een dronken puber, recht voor de deur waar ze logeerde. Even slikken. Niet dat ik nog dronken was, maar mijn maag en hoofd voelden allesbehalve fris. Enfin, ze woonde al zes jaar in het Centraal Massief, waar ze als kinesiste werkte. In België kon ze als vijftigplusser niet meer aan de bak komen, dus was ze in een rusthuis in de buurt van Montpellier gaan werken. Haar kinderen waren het huis uit, en ze leefde gescheiden van haar man.
Ze moest een huurwagen ophalen bij Europcar in het Centraal Station van Antwerpen en dan naar Wevelgem rijden. Daar zou een taxi haar oppikken om haar naar Rijsel te brengen, waar ze opnieuw een huurauto zou kunnen ophalen om verder naar huis te rijden. Klinkt ingewikkeld? Dat was het ook.
Maar toen bleek dat het Europcar-kantoor op zaterdag niet open was. “Even Apeldoorn bellen,” zou ik zeggen. De verzekeraar besloot dat ik haar dan maar naar Rijsel moest brengen, omdat er geen andere oplossing was. Ik dacht aan mijn kater en was in eerste instantie niet blij, maar de dame was goed gezelschap en babbelde onderweg honderduit over haar leven. Heel even flitste door mijn hoofd dat ik misschien bij haar in het Zuiden van Frankrijk kon komen wonen. Maar aangezien ze nogal rond was, ebde die gedachte snel weer weg.
In Rijsel zette ik haar af bij het station, laadde haar bagage over in de huurwagen en reed terug naar huis om verder te slapen. Ik voelde me al een stuk beter.
De nachtdienst
Pas rond tien uur ‘s avonds werd ik weer wakker en ging ik opnieuw aan het werk. Ik vond een plekje aan het station, achteraan in de rij op de taxistandplaats. Na een halfuur – er bewoog nauwelijks iets – tikt een man op mijn raam. Hij vraagt wat een rit naar Breda zou kosten. “Negentig euro,” zeg ik. “Is honderd ook goed?” vraagt hij. Tja, zoveel vrijgevigheid kon ik niet laten liggen.
Maar er is een regel in Antwerpen: een klant moet altijd de eerste taxi in de rij nemen. Dus vroeg ik hem of hij even om de hoek in de Hoveniersstraat wilde wachten, zodat ik blokje rond kon rijden en hem daar ongezien kon oppikken. Geen probleem. Een minuut later waren we weg. Mijn nacht kon niet beter beginnen.
De arme man had door vertraging zijn aansluiting naar Eindhoven gemist en wilde in Breda de nachttrein naar huis nemen. Aangezien het zonde zou zijn om daarna te stoppen, reed ik door tot vier uur in de ochtend. Het regende stevig, en dat betekende veel werk. Gelukkig maar.
Maandag is mijn zondag
Gisteren, zondag, heb ik vrij genomen, en vandaag is sowieso mijn vrije dag. Maandag is voor mij als een zondag. De dag waarop ik boodschappen doe, ga sporten en de nodige afspraken regel die ik door de week niet kan inplannen omdat ik altijd beschikbaar moet zijn.
Mijn slaapschema ligt nu helemaal overhoop. Het is 7:50 in de ochtend, en ik heb vannacht nauwelijks geslapen. In plaats daarvan heb ik zowat de hele nacht tv gekeken.
Ik was gisteravond wel in bed gekropen, maar rond half één belde Linda met de vraag of ik nog iemand kon afhalen op Zaventem. Het was me te veel, dus ik weigerde.
Eerder op de avond had mevrouw De Poli me al gebeld om te vragen waar de taxi voor haar man op Schiphol bleef. “Ik heb niks doorgekregen,” zei ik. Waarop ze mompelde dat het dan vast de fout van haar kantoor was. Een dikke streep door mijn rekening, want een ritje vanuit Schiphol neem ik altijd graag mee, zondag of niet.
De schuldige? Haar nieuwe directiesecretaris – of hoe heet zo iemand tegenwoordig? – die de ene blunder na de andere stapelt. Hij begon een maand geleden als vervanger van Serena, die er na vier jaar de brui aan gaf. Zij was altijd overbezorgd en dubbelcheckte alles drie keer. Dat werkte soms op mijn zenuwen, maar ze maakte tenminste geen stomme fouten.
Serena was ooit met het bedrijf mee gemigreerd van Venetië naar Rotterdam, maar kon niet aarden in dat kille, zakelijke milieu. Uit pure heimwee keerde ze terug naar Italië. Haar opvolger? Ook een Italiaan, maar dan eentje die geen idee heeft waar hij mee bezig is.
Van in het begin vielen zijn blunders me op. Als ik er iets van zei, werd hij zelfs brutaal. Serena kon ik dag en nacht bellen, geen probleem. Maar deze kerel weigerde me zelfs te antwoorden. Eén keer was het zo erg dat ik rechtstreeks zijn bazin moest bellen om te vragen of de informatie die hij had doorgegeven wel klopte.
Hij vergeet bijvoorbeeld steevast ritten te annuleren wanneer er iets verandert. Dan moet ik zelf alert genoeg zijn om in te zien dat een bepaalde rit niet doorgaat omdat de klant bijvoorbeeld al het land uit is. Het blijft een vreemde ervaring – die man weet echt niet waar hij mee bezig is.
Een dag zonder plannen
Ter conclusie: Na Linda’s telefoontje over Zaventem kon ik de slaap niet meer vatten, dus keek ik maar herhalingen op alle zenders. Zo blijf ik op de hoogte. Maar eerlijk gezegd zou ik liever gewoon slapen zoals iedereen, en eens lekker wakker worden met het geluid van vogels.
Vandaag ga ik mijn boodschappen doen en mijn appartement opruimen. Verder heb ik geen plannen.